KH, GH en NO3 (3x 100 tests)
Handleiding:
De druppelflesjes voor gebruik goed schudden.
Spoel de testbuisjes vóór gebruik af met kraanwater en daarna meerdere malen met vijverwater. Spoel na gebruik de testbuisjes en de spuit grondig uit met kraanwater.
Carbonaathardheid (KH):
1. Vul het testbuisje met behulp van de spuit met 5 ml vijverwater.
2. Voeg nu druppel voor druppel KH testreagens toe totdat de kleur van de oplossing verandert van TURQOISEBLAUW naar ROZE. Schud het testbuisje na elke druppel.
3. Het aantal druppels geeft de carbonaathardheid (KH) van het water aan in °dH. Bijv. 8 druppels = 8°dH. Om de nauwkeurigheid van de meting te vergroten kan 10 ml watermonster (in plaats van 5 ml) worden genomen. In dat geval is 1 druppel 0,5 ° dH, dus bijv. 15 druppels = 7,5 ° dH.
Totale hardheid (GH):
1. Vul het testbuisje met behulp van de spuit met 5 ml vijverwater.
2. Voeg nu druppel voor druppel GH testreagens toe totdat de kleur van de oplossing verandert van ROZE naar TURQOISE. Schud het testbuisje na elke druppel.
3. Het aantal druppels geeft de totale hardheid (GH) van het water aan in °dH. Bijv. 8 druppels = 8°dH. Om de nauwkeurigheid van de meting te vergroten kan 10 ml watermonster (in plaats van 5 ml) worden genomen. In dat geval is 1 druppel 0,5 ° dH, dus bijv. 15 druppels = 7,5 ° dH.
Nitraat (NO3)
1. Vul het testbuisje met behulp van de spuit met 5 ml vijverwater.
2. Voeg 5 druppels van Nitraat testreagens A toe. Sluit het testbuisje af met de stop en schud de oplossing kort.
3. Schud de fles met Nitraat restreagens B zeer krachtig horizontaal gedurende ca. 30 seconden. Voeg vervolgens 10 druppels testreagens B toe. Sluit het testbuisje af met de stop en schud de oplossing kort.
4. Wacht gedurende 3 minuten en voeg dan 4 druppels van Nitraat testreagens C toe. Sluit het testbuisje wederom af met de stop en schud de oplossing kort.
5. Wacht nogmaals 3 minuten en plaats dan het testbuisje op de witte cirkels van de nitraat kleurenkaart en vergelijk met de tegenoverliggende kleurvelden. Kijk hiervoor van bovenaf in het geopende testbuisje. Verplaats het monster op de kleurenkaart totdat het testbuisje en het kleurenveld erboven dezelfde kleur hebben. Als de kleuren niet exact overeenkomen, moet een tussenwaarde worden afgeleid.
6. Lees de gemeten Nitraat waarde af onder het bijbehorende kleurenveld.
