Inloggen


Inloggen Registreer
X

Er zijn nog geen producten in jouw winkelwagen geplaatst.

Keurmerk webwinkelVANAF € 50,- GRATIS PAKKETBEZORGING - - - - - UITGEBREID ASSORTIMENT - - - - - ONLINE VEILIG & SNEL BETALEN - - - - - LEVERTIJD 1-3 DAGEN

0

Er zijn nog geen producten in jouw winkelwagen geplaatst.




Koi

Het woord Koi was in het begin van de negentigerjaren van de vorige eeuw nog een volslagen vreemd woord. Slechts een hanjevol enthousiastelingen wisten van het bestaan van Japanse karpers af. Die kennis was beperkt: Koi hadden rnooie kleuren en waren enorm kostbaar.

De onuitroeibare mythe dat Koi dure vissen zijn, is wellicht ontstaan door de publicatie van een foto von een Tancho Kohaku in het Guinness Book of Records aan het einde van de jaren tachtig. De Tancho zou een waarde hebben van maar liefst 25.000 euro en was destijds 's werelds duurste vis. Inmiddels zullen kenners glimlachen om dit verhaal.

Nog afgezien van hun onbetaalbaarheid waren Koi echter vrijwel niet te houden, aangezien karpers in die tijd golden als wroeters, die een hele vijver konden ruïneren. De meeste toenmalige tuinboeken, die ook vijvers behandelden, deden alle karperachtigen in de ban. ln sommige gevallen zelfs de goudvis. Ze waren ongeschikt voor de Nederlandse vijver. Wie toen had voorspeld dat de koihobby in Nederland een grote vlucht zou nemen, zou weinig geloof hebben ontmoet. Ondanks de redenering dat Koi ongeschikte vijvervissen waren, was er al snel een kleine kern van enthousiaste mensen die de uitdaging aangingen. Zij draaiden de conclusie uit de vijverboeken 180 graden om. Niet de Koi was ongeschikt, maar wel de meeste bestaande vljvers.

Geschiedenis van de Koi

De Nishikigoi, ook wel Koi genoemd, is de nationale vis van Japan. Nishiki is het Japanse woord voor kleurig kleed, terwijl Goi of Koi de Japanse naam is voor karper. Nishikigoi betekent dus eigenlijk gekleurde karper. Het vermoeden bestaat dat de Karper (Cyprittus Carpio) oorspronkelijk uit Iran stamt. Deze in het wild levende vis die uitstekend voedsel vormt werd ongeveer duizend jaar geleden door handelaars overgebracht naar Japan, China en West Europa.

Japan is een groot land met vele klimaten. Het zuiden kent warme zomers, terwijl het noorden forse winters kent met zeer veel sneeuw. Met name in de bergen was het vroeger ondoenlijk om in die winterse perioden het huis te verlaten. Om toch voldoende variatie aan voedsel te hebben, werden er in de huizen bakken gebouwd, waarin men karpers hield. Deze enorme vissen leverden veel eiwitrijk voedsel op dat een welkome aanvulling was op een bordje rijst.

Tijdens het kweken van deze vissen ontstonden er af en toe vissen met vreemde kleuren. Een paar boeren gingen met deze kleurenkarpers selectief verder kweken. Zo ontstonden de eerste gekleurde sierkarpers. Nieuwe variëteiten kregen soms de naam van de Japanse tijdsaanduiding waarin ze geboren werden, zoals Taicho- en Showa periode. Vele variëteiten, die heden ten dage zijn erkend, werden omstreeks 1930-1940 gekweekt en er komen nog steeds nieuwe vormen bij. De variëteiten onderscheiden we door kleur en patroon.

ln Europa ontstond een mutatie met betrekkelijk weinig, grote glanzende schubben. Deze spiegelkarper werd van Duitsland naar Japan gebracht waar hij weer met de kleurenkarpers werd gekruist en uiteindelijk variëteiten voortbracht die Doitsu-Goi (Duitse Karper) genoernd worden.

Omdat de Nishikigoi fantastische kleuren hebben en ze iedere vijver sieren worden ze ook wel de "Levende Juwelen" genoemd. De Koi kan erg groot worden. De grootste exemplaren zijn meer dan 90 cn lang, er zijn zelf's exemplaren van boven de meter. Ook kunnen ze, onder goede condities, respectabele leeftijden bereiken van meer dan 50 jaar met uitschieters tot boven de 80. Ze mogen ook gerust huisdier genoemd worden, want na enige gewenning kan men ze aaien en eten ze uit de hand!

Het houden van Koi

Filtratie is de meest belangrljke factor van de Koihobby. Onderschat deze factor en het is welhaast zeker dat u op een bepaald moment voor problemen komt te staan. Onze Koi leven nu eenmaal in een biotoop van zeer beperkte omvang. Daarbij zijn ze continu bezig om hun leefomgeving te vervuilen. Wij moeten zorgen dat deze krappe leefomgeving niet onleefbaarwordt. In de natuur komen vissen met de omvang van onze Koi alleen voor in een veel grotere leefomgeving. Hierin is sprake van evenwicht. Zou men echter in een grote natuurvijver ineens heel veel vissen bijzetten, dan zal hier uiteindelijk, door het simpel wegsterven van een aantal vissen, weer een nieuw evenwicht ontstaan. Dit evenwicht kan steeds, door externe invloeden, uit balans raken. In onze vijvers zijn de grenzen veel nauwer bepaald. Daar zljn we eigenlljk dagelijks bezig om het wankele evenwicht te verstoren. Bijvoorbeeld, alleen al, door zoiets eenvoudigs als het voeren van de vissen. Een goede filtratie is derhalve een must.

Filtratie kent twee stappen, te weten: de mechanische, het grove vuil eruit halen, en de biologische, het onzichtbare vuil omzetten naar andere minder schadeliike stoffen. U zult zich wellicht afvragen waarom het grove vuil er zo nodig apart uit moet worden gehaald. Dit vuil wordt toch ook in het biologische deel van het filter tegen gehouden? Uiteraard zit hierin een kern van waarheid. Maar als je het vuil echt helernaal uit de waterkringloop wilt krijgen, is het toch een ander verhaal. Als de eerste stap wordt verwaarloosd, zal uiteindelijk het hele filter dicht slibben met (grof)vuil. Om dit vuil af te breken hebben we bacteriên nodig, deze bacteriën zullen dit, voor een groot gedeelte, ook nog voor elkaar krijgen. Echter om te kunnen werken, hebben deze bacteriën heel veel zuurstof nodig. Als het vuil zich te veel kan ophopen in het filter kan het zover komen dat dit verstikkend gaat werken. De nitrificerende bacteriën (diegene die het onzichtbare vuil afbreken) kunnen dan niet meer naar behoren werken. Ze zullen geleidelijk aan worden verdrongen door "rottingsbacteriën". Dit soort bacteriën werkt ook zonder zuurstof maar werkt net andersom als de nitrificerende bacteriën. Hierdoor stijgen de giftige nitriet- en ammoniakgehaltes. Het filter wordt steeds minder effectief en kan uiteindelijk omslaan, d.w.z. volledig averechts gaan werken. De ellende is dan niet meer te overzien. Tot die tijd zullen alle vervuilende stoffen afgebroken worden tot nitraten en fosfaten. Deze restproducten zijn weer een van de oorzaken van erwtensoep en draadalg. Door het grove vuil er al van tevoren uit te halen, bespaart u de vijver een flinke dosis extra nitraat en fosfaat. Conclusie: als u het grove vuil voor het biologische filter uit de kringloop haalt, kan het biologisch filter veel efficiënter werken.

Het biologisch filter, het gedeelte waar het onzichtbare vuil wordt omgezet, komt in vele varianten voor. De meest traditionele is de meerkamerfilter. Daarnaast zijn er tegenwoordig beadfilters en bewegendbed filters maar ook de ouderwetse tricklefilter ziet men steeds vaker terugkomen. Al deze filters doen het werk waarvoor ze bedoeld zijn. Schadelijke stoffen zoals ammoniak/ammonia en nitriet omzetten naar het relatief onschuldige nitraat.

Maar met een goed filter zijn we er nog niet. Ook de vijver moet aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo hebben Koi de neiging om op zoek te gaan naar natuurlijk voedsel. ln de natuur vinden ze dit voornamelijk in de rnodder die op de bodem ligt. In een normale tuinvijver beginnen ze derhalve te wroeten in de modder danwel in het granulaat en krijgt men al snel een troebele vijver. Omdat wij de vissen nu eenmaal willen zien worden wij hier niet zo vrolijk van. Daarom is het de beste oplossing om de bodem leeg te laten met een vuilafvoer die al het vuil wat op de bodem komt meteen afvoert naar het filter. Hierdoor houden wij een schone heldere vijver waar wij mooi onze vissen in kunnen bewonderen.

Omdat de Koi niet erg gelukkig is met plotselinge temperatuursverschillen moeten wij er voor zorgen dat deze zo veel mogelijk stabiel blijft. Een van de eenvoudigste oplossingen hiervoor is om een vijver te maken van mininraal 1.50 meter diep.

De Koi eet het liefst de hele dag door. Hierdoor produceert hij ook de hele dag ontlasting. Hiervoor hebben we natuurlijk een prima filter die de schadelijke stoffen eruit haalt. Toch zljn we er dan nog niet. Het restproduct wat uiteindelijk uit het filter komt is een prima voedingsbron voor planten. Gezien het feit dat Koi ook graag in de planten wroeten zullen er niet veel planten aanwezig zijn in een Koivijver. Toch zijn er veel voedingsstoffen aanwezig. Deze zullen met graagte worden genuttigd door een andere plantenvariëteit, de algen.
Hierdoor ontstaan de groene vijvers. Om dit probleem op te lossen kan men een aantal dingen doen waarbij de eenvoudigste manier het gebruik van een UV-C lamp is. Probleem hierbij is echter dat men de voedingsstoffcn niet uit de vijver haalt waardoor een andere algensoort hiervan profiteert, de draadalg. Omdat deze algensoort vast zit in de vijver en niet zoals de zweefalg rondzweeft in het water, komt deze niet met de UV-C lamp in aanraking, waardoor deze veel moeilijker is aan te pakken. Feit is derhalve dat men het probleem beter bij de bron kan aanpakken. De aanwezigheid van voedingsstoffen. Deze voedingstoffen kan men eenvoudig verwijderen door wekelijks minimaal l0% water te verversen. Of natuurlijk door de voedingsstoffen te laten opnemen door planten. Derhalve ziet men tegenwoordig bij veel Koivijvers een voor de Koi ontoegankelijke plantenvijver die dan als een zogenaamde plantenfilter functioneert. Op deze manier kunnen de planten rustig groeien met behulp van de alom aanwezige voedingsstoffen en worden door de Koi met rust gelaten.


Bron: Nishikigoi Vereniging Nederland
 

 



Deze website gebruikt cookies, we slaan geen persoonlijke gegevens op.
Accepteer geselecteerde cookies